Ik beken: ik heb veel met beeldende kunst.

Een groot deel van mijn inmiddels al lange leven heb ik gewijd en nu nog steeds aan het kijken, maken of beoordelen van kunst. Ik schreef jarenlang recensies, ik maakte interviews met kunstenaars. Ik bezocht ateliers, musea en galeries. En vaak genoeg , als anderen lekker opgekruld op de bank met een zak chips naar de TV keken, las ik boeken over technieken, over kunstenaars en hun drijfveren.

Niemand heeft mij daar ooit toe gedwongen. Ik ben er vanuit hemzelf mee begonnen en daarna ben ik nooit meer gestopt. Een uit de hand gelopen hobbie.

Ik heb een galerie gerund in Utrecht, waar ik kunstenaars tentoonstelde, hun promootte en financieel steunde. Waar ik al mijn spaargeld destijds aan opofferde, want de kunst die ik bracht , o.m. minimal art, daar was de markt toen helemaal nog niet rijp voor. Ik kreeg veel belangstelling en free publicity vanuit kranten en tijdschriften . Kunstredacteuren die eindeloos op de koffie of voor de wijn bleven zitten , maar kopers…dat was weer een ander verhaal.

Ik werkte ook in het kunsthuis van het cultureel centrum ’t Hoogt in Utrecht in de jaren 70, daar heb ik me als een vis in het water gevoeld en daar kan ik nog wel eens naar terug verlangen.

Begin van deze eeuw heb ik als vrijwilliger gewerkt bij het Genootschap Kunstliefde in Utrecht, en nu werk ik dan (met veel plezier overigens ) als volunteer bij Kunsthal Kade in Amersfoort. Kijken naar kunst is voor mij, net als schrijven een innerlijke noodzaak en een never ending story lijkt het wel.

En dan heb ik ook nog een beetje de neiging om iedereen mee te slepen in mijn eigen passie. De afgelopen weken, ging ik verschillende keren op kunstbezoek ik was en ben toch elke keer weer verbaasd om te ervaren hoe verschillend hoe mensen kijken en reageren.

Ik was bijv. met een kennisje van lang geleden bij de tentoonstelling van het zogenaamde pop-up museum ‘Smaak’ in Amersfoort. Tijdelijke vrijwillige curatoren hadden (= jaarlijks in october) een tentoonstelling samen gesteld in het prachtige verzorgingshuis St.Pieters en Blokland. Drie jaar geleden was ik daar zelf bij betrokken als pop-up dichter en liep ik eigenlijk nooit echt ontspannen rond, omdat ik steeds met dichtersogen keek. Nu keek ik samen met mijn kennisje die niet echt thuis is in de kunstwereld en daardoor nog heel fris reageerde op de daar aanwezige kunstwerken. Zeer uiteenlopend van kwaliteit vond ik, maar ik ben nu zover dat ik daarover mijn kritische mondje kan houden.

Met vriendin Leidy ging ik naar Assen om aldaar in het Drents museum de schilderijen van Rosa Loy te bekijken. Nog eens los van de reis met allerhand hindernissen , viel dat museum ons beiden zeer tegen. De benedenruimte waarin de shop gevestigd is, oogt ruim en licht. Maar verder is het museum een wirwar van zalen en zaaltjes zonder samenhang

En de schilderijen van Rosa vielen mij zeer tegen, een soort fantasiewereld wereld die op twee benen lijkt te hinken. Ze gebruikt melk-eiwit en diverse pigmenten om een groot scala aan kleuren te creëren. Het geheel oogt daardoor erg bont. De afgebeelde vrouwen die zich al of niet in de natuur bevinden zijn vaak verwikkeld in merkwaardige toestanden uit een droomwereld. Too much, wat mij betreft. Maar ik geef toe, dat de manier waarop ze bloemen en planten schildert, wel op mijn wwardering kunnen rekenen. Gelukkig was vriendin L die ik al 53 jaar ken, het in grote lijnen met me eens.

Met vriendin Meike naar het Amsterdams filmmuseum ‘Eye’ gereisd. Wij zijn beiden (als ex-galeriehouders) al jaren dol op dit museum, qua gebouw en ook op de invulling van hun programma. Deze keer kwam ‘s middags opeens de zon opzetten vanuit de bewolking en toverde grote zilveren vlakken op het Y waar grote schepen voorbij varen. En om 7 uur (het museum is tot 10uur open) konden we genieten van de ondergaande zon die een oranje gloed over het water legde. Dit scoorde dus allemaal zomaar . Maar ook bijzonder werk gezien onder andere een prachtig poëtische film van Apichatpong (en dat is pas de voornaam…) een jonge Thaise kunstenaar die een film had gemaakt over mieren (in blow up) die de confetti van carnaval naar hun gangen versleepten.

We waren er beiden stil van. De vele verschijningsvormen van kunst. Hoe vaak geniet ik daarvan en ben ik er dankbaar om.