Ik zou gaan luisteren bij een vertelavond in Bilthoven. Uitgenodigd door twee dames die te gast waren bij mijn “waar gebeurde kerstvertelling” in het Kade café in Amersfoort. De uitnodiging gold weliswaar voor de Bilt, maar het zou zich deze avond in Bilthoven afspelen.
Ik had over de plek wat vage aan wijzigingen , ook opgeschreven, maar het briefje thuis op de wastafel laten liggen(kan eigenlijk niet als je, zoals ik, nachtblind, s avonds op pad gaat in een onbekende plaats.)
De vertellingen zouden plaats vinden in een zaaltje dat het ‘Weeshuis van de kunst’ heet en het thema was: “met de dood in de ogen o.i.d.” Er was sprake van een bushalte in de buurt , maar die was tijdelijk opgeheven. Met de trein dan naar Bilthoven (extra vroeg vanwege evt zoeken…)
Aldaar de bus , die weg reed, toen ik net uit het labyrint van dat station kwam. (Ik dacht dat Utrecht het patent had op een labyrintisch station, maar zo’n kleine provincie- plaats doet daar dus ook al aan mee. ) Wachten, wachten op de volgende bus.
De chauffeur heeft nog nooit gehoord van een Weeshuis van de kunst, maar hij zal me in de buurt van de Planetenbaan afzetten, want die straat had ik nog in mijn hoofd .
Het moet een klein zaaltje zijn denk ik, zei ik tegen de chauffeur die mij als enige passagier had en bereid was om mee te denken. “Tja er zijn misschien twee zaaltjes” zegt hij het ene zit onder in een van de flats op de Planetenbaan, daar was vroeger een biljartzaaltje, maar dat wordt nu ook verhuurd, dat zou het wel eens kenne wezen. En dan is er onder een andere flat nog ergens een zaaltje, maar of dat verhuurd wordt ,daar ben ik bang voor want dat is van de gereformeerde kerk, en ik geloof niet dat hun verhuren. Maar misschien zie je wel wat oude Biltenaren buiten lopen, en die weten zoiets wel.”
De rij van flats bij de halte, lijken op enorme schepen in het half donker. Ik zie nauwelijks een hand voor ogen en oude Biltenaren zie ik al helemaal niet. Toch maar ergens aanbellen. Een vrouw doet open, nou ja open, de deur gaat op een soort kier en tussen de deur en het slot bungelt een ketting dus ik vraag door die kier naar een zaaltje.
“Een zaaltje? Hier ? Waar zou dat dan voor moeten zijn? ‘ Nou het schijnt het Weeshuis te heten, en er worden verhalen verteld die over de dood zouden gaan.’ Weeshuis en de dood? “Bent u misschien van de televisie en wilt u mij erin laten lopen? “ Baf, de deur slaat dicht.
Nog maar eens aanbellen nu bij een ander flatblok. Zelfde verschijnsel met het kettinkje , ditmaal een man die al net zo doof als ik zelf dus we staan door die kier wat naar elkaar te schreeuwen.
Verhalen in een zaaltje en over de dood zegt u? Heeft het iets te maken met euthanasie en klaar zijn met het leven? Daar doe ik niet aan mee en een weeshuis is hier ook nooit geweest, Baf, valt de deur weer in het slot.
Het schiet niet echt op. Een man die tussen de flats zijn bouvier uitlaat (een echte Biltenaar hoop ik) hoort mijn verhaal al met net zoveel argwaan aan. De bouvier wordt ook ongeduldig en trekt behoorlijk aan zijn halsband. Nee, ik weet hier geen zaaltjes zegt hij kortaf.
Ha, tussen de twee andere flats weer iemand met een hond , een klein keffertje ditmaal, met een vrouw die vriendelijk blijft, ondanks mijn vraag. “Weet u wat zegt ze als u nu helemaal langs al deze flats loopt dan komt u uit bij een plein, daar is het verlicht. Daar zit ook een hangjongeren -café die jongens hebben brommers en helmen met soms doodskoppen erop. Misschien weten die iets van vertellingen over de dood.”
En ja, ik bereik een plein. Achteraan zit inderdaad een café. Een jongen zonder helm , maar met rechtopstaand rood haar, hangt over zijn brommer heen met een pilsje. Ik denk dat je in de bibliotheek moet zijn, zegt hij meteen. Die zijn nu nog open en dat is hier tegenover. Schuin tegenover het cafe , zie ik inderdaad een ruimte waar veel mensen staan. Boven de deur hang tene lichtbak waarops taat. Het “Lichtruim” ja verdomd , daarin zou het Weeshuis kunnen zitten.
Binnen is het stampvol, lijkt inderdaad een soort bibliotheek annex theater. Is hier vanavond vertellen, vraag ik aan een vrouw die achter een tafeltje de trap naar boven half blokkeert. Nou ja vertellen, vertellen, ja, zo kun je het wel noemen. Maar het is helemaal uitverkocht.
Nu breekt mijn klomp, ik heb het onderhand helemaal gehad met de Biltenaren, ik ben totaal natgeregend , heb het koud en wil nu, na een uur ronddwalen wel gaan zitten bij het vertellen. Ik ben uitgenodigd en ik loop nu gewoon door zeg ik tegen de vrouw die mij met grote ogen aankijkt. Dwars door al die bezoekers beklim ik de trap. Boven bij de ingang, mag ik er niet in, want ik heb geen kaart.
In de theaterzaal, zie ik door de open deur een man voor het podium staan. Dat is vast de verteller. Ook nu loop ik heel brutaal en boos langs de dienstdoende Cerberus heen en stap op de verteller af. Ik heb zolang gezocht en nu zou ik er niet in mogen. “Natuurlijk wel, kom binnen zegt hij, Bovenin is nog een stoeltje vrij.”
Daar loop ik heen en ga zitten. Ik schat dat er minstens 200 mensen in de zaal zitten die inderdaad tjokvol zit. Wow, het zal je gebeuren, dat je als verteller zoveel publiek hebt, dat wil ik ook wel.
Hij begint zijn verhaal (pas een kwartier later kom ik er achter dat dit geen gewone verteller is maar een acteur, George van Houts , dat hij door het land toert met een voorstelling over complotten, door hem als conspiracies aangeduid. Het gaat o.m. over de moord op Kennedy en de aanslag op de Twintowers. Wel een originele invalshoek voor een verhaal over de dood, dacht ik eerst nog….Hij vertelt en onderwijst compleet met lichtbeelden en aanwijsstok over die aangrijpende gebeurtenissen. Hij neemt ons mee in spannende verhalen over samenzweringen.
In de pauze weet ik niet, hoe gauw ik mij door die 200 mensen heen moet wringen om beneden bij de bar te vragen of er ook een weeshuis in het gebouw zit. Ja, dat is een klein zaaltje zegt de barkeeper, achteraan naast de WC’s .
Ik snel er meteen heen en wil via de deur zachtjes naar binnen sluipen, maar daar komt niks van in. Een stevig gebouwde dame met een buitenlands accent, duikt op uit het pubiek en duwt mij resoluut weer naar buiten. U mag er niet in, zegt ze. Iemand zit midden in zijn verhaal , over 5 minuten is het afgelopen. Wacht maar op de gang dan haal ik u daarna wel.
Ik op de gang. Na 20 minuten is ze nog niet verschenen. Wel komt de dame op mij af die me tegenhield bij de ingang van de theaterzaal. Van Houts gaat weer beginnen zegt ze , gaat u mee, want de deuren gaan dicht. Ik leg haar uit, dat ik eigenlijk in het Weeshuis moet zijn maar dat ik niet meer opgehaald wordt.” Oh kom maar mee zegt ze dan breng ik u naar een andere deur en inderdaad sta ik dan midden in het weeshuis van de kunst. De voorstelling is duidelijk afgelopen en de bezoekers staan rond een geïmproviseerd barretje, met versnaperingen.
Oh , mompelt de stevige dame als ze mij ziet, ik was u helemaal vergeten.
Dan vertel ik maar weer een keer mijn verhaal met de vergissingen en de misverstanden. En nu wil ik ook nog vragen of iemand van d bezoekers hier mij bij het station van Bilthoven kan afzetten, want ik moet er niet aan denken dat ik straks in het donker langs de flats weer naar een bushalte moet gaan zoeken. De organisatie-mevrouw van het Weeshuis vind mij kennelijk maar vreemd en lastig . Ik geef haar mijn kaartje zodat ze niet hoeft te denken dat ik een rare mysterie- guest ben of een mol. Er wordt toch aan iemand gevraagd of ik mee kan rijden. Nu blijkt, dat toevallig de vertelster van de avond te zijn. Die net de complimenten staat te incasseren en die het (logisch) helemaal niet leuk vind dat ik nu om aandacht vraag, terwijl ik niet eens naar haar verhaal heb geluisterd.
Ik wacht braaf (what else could I do? ) tot dat zij en haar Vlaams sprekende vriend klaar zijn om te vertrekken. Op station Bilthoven word ik gedropt. Hoera. Maar het station ligt er volkomen verlaten bij. Er is niemand te zien. Wel lees ik op het Matrix bord dat de trein 20 minuten vertraging heeft. En even later schalt er inderdaad een stem uit een luidspreker, dat de trein naar Utrecht later zal komen.
Als ik uiteindelijk uitstap op station Amersfoort is het middernacht. Het regent opnieuw , ik ben moe, maar een waar gebeurd verhaal rijker.
Je hebt kennelijk een groot talent om in zeven sloten tegelijk te lopen, Marlies! Niet leuk om mee te maken, maar -zo goed verteld- wel boeiend om te lezen. Ik maak dit soort dwaaltochten wel eens mee in mijn dromen, maar jij beleeft ze dus in het echt. Ik zou voortaan eerst maar eens goed de precieze locatie en reisroute uitzoeken, of er van afzien. Bespaart jou een hoop ellende, maar ons als lezer wel een kostelijk verhaal. Alles heeft zijn prijs.
ja Leo, als bent zoals ik dan beleef je nog eens wat. haha.
En ook dank voor je compliment, ben ik blij mee.