Witte donderdag, en bovendien de dag waarop The passion, zal worden opgevoerd in Amersfoort. Hoe dan ook, druk en midden in de lijdensweek. Ik ging naar de stad om de sleutel van mijn postbusje te laten dupliceren.

En zodoende kwam ik langs de V&D, voor heel even, weer open. ‘Sla uw Slag! “ stond er in grote letters op een banner. Rijen bezoekers zo dik dat het wel leek alsof ik voor het Louvre stond waar een exclusieve tentoonstelling zou zijn.  Nou dat prikkelde mijn nieuwsgierigheid wel. Waarom die rijen? ‘Nou kijk, het is binnen veel te druk,’legde een vrouw achterin de rij mij uit, dus pas als er 10 mensen naar buiten komen dan mogen er weer 10 in.’

Ik beken: ik sloot aan in de rij.

En uiteindelijk mocht ook ik naar binnen. Wat ik daar aantrof tart elke beschrijving. Natuurlijk was het niet te vergelijken met de vertrekhal in Zaventem, met zoveel verdriet en slachtoffers, waar alles moedwillig was vernield, maar toch—-ook hier een compleet slagveld. Geen gewonden, maar wel mensen die elkaar duwden en stompten om bij bepaalde bakken met koopjes te komen.

De vloeren lagen letterlijk bezaaid met spullen, Bh’s lagen tussen de schoenen, kinderkleertjes tussen portemonnees, mutsen tussen herenondergoed. Alles op de vloer wel te verstaan. Mensen bekeken iets in de bakken of aan de rekken en als het niet beviel, smeten ze het op de grond.

Mijn eerste reactie was om onmiddellijk rechtsomkeert te maken, maar bij de uitgang, stond net zo’n lange rij bij de deuren omdat iedereen gecontroleerd werd door de veiligheidsdiensten. Ik kwam onwillekeurig in de rol van observant terecht. Wat is dit ?? Plaatsvervangende schaamte kroop omhoog in mijn hals. (ik was me er ondertussen pijnlijk van bewust dat ik zelf ook daartussen stond.)

Een slagveld —ik kan het niet anders beschrijven.    De rotsooi op de vloeren ,de totale chaos. Het geschreeuw en gesnauw.  Ik zelf vond tussen de winterjassen, nog een afgeprijsd onderjurkje met het merkje V&D er in, ik dacht laat ik dat dan nog als herinnering kopen.

Volgende probleem, de kassa, De rijen bij de kassa leken op de rijen die ik wel eens op TV zag bij Russische bakkerijen als er tekort aan brood was. Ik ging nog eens braaf kijken of er niet ergens een meer vrije kassa was. Maar nee, overal hetzelfde beeld. Ik sloot aan bij een onafzienbare rij mopperende mensen. Na een half uur (echt waar) had ik het idee, dat de rij nauwelijks kromp. Ik vroeg aan een oudere man met een ijsmuts op, die geduldig voor mij in de rij stond, of dat ook zijn ervaring was. Oh ja zei hij, ‘ik heb gehoord dat er een gemiddelde wachttijd van 2 uur is, het maakt mij niet uit, ik ben gepensioneerd en zo beleef ik nog eens wat. Thuis bij mijn vrouw, is ook niet alles. Er schijnen hier uitzendkrachten bij de kassa te zitten en die weten niet goed hoe de kassa werkt, waardoor hij steeds vastloopt.’

Helaas voor het onderjurkje ,maar dat wachtte ik niet af. Ik hing het op aan het eerste het beste rek. Dan naar de uitgang, waar inderdaad elke tas gecontroleerd werd. Voor mij waren twee veiligheidsmannen bezig met een jonge vrouw wier tas hard begon te piepen. Onder haar sjaal kwam van alles tevoorschijn, een zonnebril , een haarborstel, babyrompertjes etc. “Pak het dan’, schreeuwde ze, ‘ik werd gek van het wachten in de rij.’ Nee, de spullen werden niet gepakt maar de vrouw wel. Er werd een rechercheur opgepiept en zij werd aan hem overgedragen. En mijn tas (door 1001 steevast een zwangere kip genoemd) leverde ook weer extra wachttijd op, omdat daar zoveel onmisbare rommeltjes inzitten. Gelukkig geen diefstal en geen piepgeluiden.

Ik stond weer buiten. Geen koopje, maar wel een ervaring rijker. Een slagveld, met eigen ogen gezien.