Afgelopen dag dus het tienjarig bestaan van de park-picknick –poëzie in Utrecht.
Het begon al met nervositeit van mijn kant, want toch wel spannend en confronterend; terug naar mijn oude stad, een writer’s block, een optreden en ontmoeting met dierbare collega’s etc.

Vervolgens lieten de spoorwegen ons op diverse plekken in de steek. “Tja, in het weekend wordt er aan het spoor gewerkt.”
Dus een aantal dichter- collega’s beluisteren, voor wie ik had willen klappen, dat ging alvast niet door.
Uiteindelijk aanwezig, fijn als vanouds, maar ook met spanning.

Ik weet niet goed hoe ik me door mijn eigen optreden heen heb geslagen,(voor een deel wsch. op professionaliteit en routine,….) want mijn knieën knikten. Ik wilde mijn woorden wel verpakken in een voile, bang dat ze niet sterk genoeg zouden zijn voor de naakte confrontatie.

De muziekgroep Pekel ,die me altijd aan de Dubliners doet denken, namen in al hun uitbundige muzikaliteit de spanning
wat weg. Ze speelden en zongen, “Het Griftpark is voor alle mensen met aan de horizon de Dom. “een regel uit het Griftpark- lied van Fred Penninga, die zo genereus was om de mensen van “Pekel” af te drukken op de omslag van de Feestbundel.

De zenuwen dus een beetje opgelost in de lucht en daarna een heerlijk hapje gegeten met een scherpzinnige collega. Vervolgens koffie gedronken in een paleisje in De Bilt. Waarna we werden afgezet, ergens bij de bouwput van station Bilthoven. /Je moet een spoorzoeker zijn om daar de ingang te vinden./
Twee trein-avonturen als een sandwich /belegd met gedichten.
Maar toen kwam er een spoorwegman met een schrille fluit en die blies deze mooie zondag uit.