Ja ik weet het, ik neem teveel hooi op mijn vork en vervolgens betaal ik daarvoor de tol, via een gevoel van uitputting.
Maar volgens mij zit ik zo in elkaar. Ik ga altijd een stapje te ver, en dan zit ik met de gebakken peren. Gebakken banaan vind ik wel lekker, maar peren helemaal niet. Het laatste jaar, of nee eigenlijk sinds ik verhuisd ben naar Amersfoort, liggen de gebakken peren me vaak zwaar op mijn maag. De verhuizing was pittig , het viel me psychisch niet mee om zo’n lange periode in Utrecht af te sluiten, en fysiek stond ik er alleen voor doordat mijn arme vriend met wie ik een liefdevolle LAT relatie heb, maanden lang ziek was. Vervolgens onderging ik zelf een operatie met veel complicaties, die mijn weerstand aantastte, waardoor stukjes van mij uitvielen, letterlijk. Alsof mijn kracht gekliefd werd.
Het heeft geen zin dat ik vaak te horen krijg: “ wat ? ben jij bijna 70, dat bestaat niet, je ziet er zo leuk en mooi uit. Natuurlijk streelt dat de ijdelheid, en is het een erkenning voor het feit dat ik mezelf goed probeer te ‘onderhouden’. Wat mijn goede, hardwerkende moeder, trouwens ook deed die zag er ook mooi en verzorgd uit en lag er op haar 87 ste ook nog mooi bij in haar doods-kist, dus wat dat betreft….
Maar die leeftijd is er wel, (die ontloop je niet) de jaren razen voort. En opeens ben je een pensionado, een senior, iemand van de oude garde. En dat betekent ook ,dat je minder energie hebt, soms. En daardoor kwam het dat ik vandaag een dag van rust inlaste. Geen telefoon, geen s.m.s, geen facebook. Geen TV. Geen krant, geen boek. Geen LP of Cd.
Uren liet ik de stilte op me inwerken. “Het is niet anders, dan het is,” dacht ik. Geen verheffend inzicht- maar als je geneigd bent door te hollen, zoals ik- dan is het dat wel.
Je probeert iets van je leven te maken- je doet je best. Je wint en je verliest. Verliezen komen steeds harder aan, geliefden die je door de dood ontvallen, of levende mensen die je met een klap laten vallen. Gezondheid die vaak zegt: “Tabee, ik staak.”
Hoe verhoud je je dan tot de eeuwigheid, hoe klein is het stipje dat je was en bent. Wat heb je bijgedragen, en hoe nu verder?
Zo verliep die stille dag, vreugde en dankbaarheid over wat ik mocht meemaken, en rouw over alles wat voorbij ging. (“voorbij, voorbij, en oh voorgoed voorbij “zoals Couperus verzuchtte)
Als ik de tijd van leven krijg, wil ik proberen er elke dag iets van te maken, een klein steentje bijdragen. En verder, elke dag een klein stukje acceptatie op weg naar de zelfaanvaarding. Het zal een pittige wandeling worden. Morgen maar een paar stevige (niet al te lelijke) schoenen kopen. Maar eerst : op het einde van deze -qua inzicht “rijke” dag een fragment uit een prachtig gedicht van Henriette Roland Holst “Lof der duisternis.” Jeetje, wat kan zij het mooi zeggen, niet voor niets een grande dame uit de tuin der eeuwige poëzie.
Nu is na den avond de nacht gekomen:
‘k lig in het duister, in het warme bed;
als een plant, in een perk in d’ aard gezet,
voel ik in de stilte mij opgenomen,verwonderlijk bevredigd, zalig vrij.
Het leven heb ik achter mij gelaten:
voorbij de dag, de dooltocht door zijn straten
’t leven der mensen trok aan mij voorbij.Buiten vieren millioenen sterren feest,
daar straalt door heel de nacht hun groot geflonker;
maar binnen heerst het gezegende donker,
dat ook de wonden van het hart geneest.Henriette Roland Holst
Mooie, openhartige meditatie, Marlies. En herkenbaar voor menige “senior”, denk ik.