Dat schijn je te gaan doen als je alleen woont. (las ik in een artikel in de VK, met de titel: ‘Solo het nieuwe normaal.’) Nu in mijn geval, klopt dat. Ik praat met mijn grappige kat, en hij praat ook met mij. Ik weet niet of ik dat moet zien als de afwijking van een alleen wonende.
Ik praat altijd tegen dieren ook als er anderen om me heen zijn. Mijn beide broers doen dat ook, en die zijn niet gestoord en die leven (gelukkig voor hen) niet solo. Natuurlijk; dieren geven geen echt antwoord, maar je kunt met ze communiceren. Sint Franciscus kon het ook. Meezingen met een CD, ja dat doe ik ook. En dat komt dan vooral omdat ik vals schijn te zingen, dus als er iemand in de buurt is, kan dat niet.
Trouwens, ik ben een van de vele duizenden in dit land met een L.A.T. relatie. Op gegeven moment in je leven ben je op een leeftijd of op een kruispunt, waarop je begrijpt, dat je wel intimiteit en verbinding zoekt, maar dat het door allerhand vooraf gaande omstandigheden, niet meer voor de hand ligt, dat je je leven, altijd dag en nacht deelt.
Al loop je een veel groter risico op eenzaamheid, en dat schijnt volgens de sociologe Jenny Gierveld, een groot effect op je levensverwachting te hebben. Groter nog dan roken of drinken. Ken je nagaan.
Nee, eenzaamheid is niet leuk, dat kan ik vet onderstrepen. Dus dat solo het nieuwe normaal is , of wordt , dat hoop ik niet. Want zonder verbinding ben je nergens. En je wilt toch ergens zijn en ergens bij horen, ook al praat je met je kat ?