In 1895 verscheen de eerste druk van Het Haagse Kook boek Ik heb mijn moeder heel vaak in dat Boek zien bladeren en studeren. Het boek was toen al aan de zoveelste druk toe. Maar meer nog dan het beroemde Haagse kookboek was mijn moeder dol op “Het Kook en Huishoudboek voor het platteland.”

Dat boek verscheen in 1947 en via de voorlichting van de bond van plattelandsvrouwen, heeft mijn moeder dat wsch. al snel aangeschaft. Ik heb het nu in mijn bezit als een soort relikwie.
Als een herinnering aan de kooklust en culinaire prestaties van mijn moeder. Koken was wat je noemt, haar lust en haar leven. Het kan zijn dat ze zich op dat koken stortte omdat haar ambities al vroeg in de knop gesmoord werden. Ze had graag landbouwlerares geworden en ik denk ook dat ze dat goed zou hebben gedaan. Wel streng vrees ik.

Maar er kwam niks van in , want haar moeder (mijn intelligente oma, dat heb ik in ons dorp vaak over haar gehoord ) was heel vaak ziek, dwz depressief. Helaas een familiekwaal. Mijn moeder (met zelf aanleg voor depressie) nam het huishouden op de boerderij van haar ouders op zich en zij bekwaamde zich in de kunst van het edele koken. Als ik er nu aan terug denk wat zij klaar maakte, dag in dag uit. Dan sta ik elke keer weer paf. Elke dag een soort sterren-maaltijd. Soep , hoofdgerecht , nagerecht. Alles vers en van hoge kwaliteit. Ik was het gewend, ik wist toen niet dat er ook heel vies en lusteloos door mensen gekookt kon worden.

Hoe dan ook, ik heb dat koken nooit geleerd ,want mijn moeder wilde mij (als notoir “onhandige ezel”) niet in haar buurt hebben tijdens het koken. Dat ik onhandig was en ben zeulde ik altijd als een schuldgevoel achter me aan. Als er iets viel of brak, dan kwam het door mij. Later, veel later heb ik begrepen dat motorische gebreken, bij heel veel couveuse kinderen voor komt. Nou goed, dan hoor ik in elk geval bij een gehandicapte groep.

Maar nu dat koken. Deze maand (nov. 2018) heeft voeding w.o. koken de hoofdrol, in de Nederlandse bibliotheken.   Meerdere auteurs belichten verschillende aspecten van eten Er verschijnen diverse titels en voedingsdeskundigen jagen het publieke debat over eten aan. En nu weet ik per dag nog meer dat ik niet koken kan. Ik kan hooguit wat klaar maken.

En dat in deze tijd, macrobiotisch , biologisch , orthomoleculair, gluten vrij enz.. Je ziet door de bomen van het voorgeschreven food-evangelie het bos niet meer. Wat het ene moment kankerverwekkend wordt genoemd is het volgende moment juist een middel tegen kanker.

Zo schrijft Ronald Giphart in een tamelijk geestig essay over alle tegenstrijdige adviezen: “Zoet is slecht, zoet valt wel mee. Brood is slecht. Brood is goed. Kokos-olie is goed, kokos-olie is slecht. Eieren zijn goed, eieren zijn slecht etc. etc.

Dus hoe moet je nou in ‘s hemelsnaam er achter komen wat goed voor je is? Ik kan het mijn moeder niet meer vragen. Zij leeft niet meer. Maar met haar keuken hield ze ons allemaal overend, werd ze zelf 87 en mijn pappa 89. Kregen ze geen kanker of andere levensbedreigende ziektes, wat was het geheim? Ik zal het nooit weten.

Vooralsnog zit ik wat koken betreft met de handen (onhygiënisch) in het haar. Nu op andere manieren proberen om niet ziek te worden. Hebt u tips? Mail ze mij.