Zo kun je de essentie van de tentoonstelling met de titel “Modernistische architektuur in het Mondriaanhuis “wel noemen. Door de associatie met Mondriaan zelf die in dat huis geboren werd, kom ik daar altijd graag.

Maar vandaag stond ik wel een beetje met mijn ogen te knipperen. In de tentoonstelling zijn maquettes, foto’s en schilderijen te zien, die kennelijk voortkomen uit de nieuwe belangstelling voor modernistische architektuur ,die in het begin van de twintigste eeuw opkwam en die toen sterk utopisch van karakter was.

Die beweging kenmerkte zich door huizen die opgebouwd waren uit geometrische vormen met strakke horizontale en verticale lijnen Architecten als le Corbusier en Rietveld bijvoorbeeld waren daar sterk mee bezig.

Ook gingen architecten uit die tijd zoeken naar prettige maar niet zo dure woonvormen voor mensen uit de zg.lagere sociale klasse. Er waren immers veel mensen die hun huis kwijt geraakt waren door de wereldoorlogen. Er moest ruimte zijn , licht en groen voor iedereen. Dat ging toen ook wat makkelijker ……er was ruimte gekomen door vernietiging. (denk bijv. aan Rotterdam)
Zo vond ik het 40 jaar geleden zo prettig in Berlijn door de enorme groene parken e.d. Ook daar was alles weg gebombardeerd, dat realiseerde ik me niet meteen.
Hoe dan ook werd dit ideaal beeld noodgedwongen bijgesteld. Het geloof in de utopische droom sloeg om in wantrouwen wat tegenwoordig ook nog eens wordt gevoed door alle vreselijke gebeurtenissen in de wereld.

Daardoor verbeelden veel kunstenaars nu vaak vernielde en kapotgeschoten gebouwen. Zo hangen er schilderijen en foto’s van gebouwen (bijna surrealistisch) van Hans Wilschut Henk van den Bosch bijv. dat een utopische droomwereld vaak helaas niet realistisch is. Een bijna vredige houten maquette van Jan van de Pavert, lijkt toch wel weer een verlangen op te roepen.

Kunst is altijd reactie op actie, ook hier weer.