Bij het woord meeuwen moet ik op de een of andere manier altijd denken aan Hans Lodeizen. Geen idee of hij ooit echt over meeuwen schreef.  In elk geval vond ik mooi om te lezen over de prijs die collega-dichter Leo Mesman afgelopen zondag won, met het onderstaande gedicht.

Meeuwen en Matrozen

 

Wat moeten we toch met al die vogels?

Vroeg ik mij dikwijls af als ik boven zee

Of strand de meeuwen bezig zag en hoorde.

Tot ik het lied beluisterde dat zei

Dat de vleugels van zeemeeuwen

Zielen zijn van verdronken matrozen;

En dat deze meeuwen daarom

Zo groot en wit zijn en hun stemmen

Daarom zo schril en eenzaam klagen.

Ik wil het graag geloven en mijzelf

Niet langer plagen met de vraag:

Wat moeten we toch met al die vogels?

 

Met dit gedicht is Leo Mesman (de voorzitter van taalpodium en gelauwerd dichter,) een van de 10 prijswinnaars geworden van de 20e Willem Wilmink Dichtwedstrijd, waarvan de finale op zondagmiddag 20 maart j.l. plaatsvond .

Overigens is de opmaak van het gedicht anders, maar lukt niet om dat hier exact gekopieerd te krijgen.

Zie evt: Leo Mesman : poezie en proza.