Dat stond boven een artikel van Piet Gerbrandy over Gerrit Kouwenaar die afgelopen donderdag overleed.
Ik zou dat zelf niet zo snel op Kouwenaar hebben geplakt, ik vond zijn gedichten lange tijd hermetisch, had moeite erin door te dringen.

Toen zijn vrouw Paula overleed met wie hij een leven in Frankrijk had opgebouwd, dacht ik werkelijk dat hij spoedig zou sterven van verdriet. Dat is niet gebeurd. Hij werd 91 jaar. Wel schreef hij een prachtige gedichten-cyclus n.a.v. haar dood, waarvan ik het gedicht “totaal witte kamer” nooit meer zal vergeten: een paar regels hieruit om hem te gedenken.

‘Laten wij nog eenmaal de kamer wit maken / nog eenmaal de totaal witte kamer, jij, ik / dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal / de kamer wit maken, nu, nooit meer later.’