Hoewel we er al een aantal jaren achter elkaar komen, rijden we op zoek naar Art the Hague, steeds die terminal (die een heel end ‘landinwaarts’ ligt)voorbij.
Dus een bezoek aan die kunstbeurs begint altijd met enige
wrevel en dan moet je ook de auto nog kwijt zien te raken.
Een kaartje scoren , je jas opbergen (waar?) en een uitrij-kaart scoren.
Maar dan ben je er ook echt. Dit jaar doen 43 galeries mee. Als je alles wilt zien is het even doorbijten. Er is veel Nederlandse kunst- i.t.t. Art Rotterdam, die zich meer richt op internationale kunst. Dat hoort misschien zo voor een wereldhaven- stad.
Ik kan niet zeggen dat ik achterover sloeg van het gebodene. Er is een trend van een soort uber kitsch en dat is niet aan mij besteed.
Ik zag een paar mooie sfeervolle werken van Marcel Verhoef en een aantal goede fotowerken over de galeries verspreid. (En ach een foto van 1800,- € —dat moet kunnen niet waar?)
Wel ontdekte ik in een hoekje een mooie litho van Antonio Tapies (zijn werk heeft veel verwantschap met de kunst die ik destijds in mijn eigen galerie placht te brengen) en dan de natuur- gerelateerde werken van Herman de Vries. Een serie van kleine zwarte lava(?) stenen op een witte ondergrond , achter glas , boeide door de samenstelling.
Helaas dus geen echt grote kunst te zien. Maar de prijzen die logen er niet om.
Een gebreid muisje (ja een muisje! ) op een stokje heet een ‘object’ en kost 380,- Het is maar wat de gek ervoor geeft. En er waren heel wat ‘gekken’.
Leve de crisis.