In de bijbel wordt wel eens gewag gemaakt van droomuitleggers.  Nou die zou ik nu ook graag eens raadplegen. Ik had van de week een absurde droom en heb alle details onthouden en bij het wakker schieten, meteen genoteerd. Dat is wonderlijk, want meestal onthoud ik hooguit de sfeer.

Welnu:

“Ik zit met Bea (een lieve ex-collega) en een mooie man (wie?) op een terras achter een huis. Niet mijn huis, maar het was wel in Oudwijk. Het is Pasen er staan chocolade paashazen in de tuin. Ik draag een nachthemd met een kanten bovenstukje. Naast ons wordt ontzettend gebouwd, geklopt, geboord etc. De man die bij ons zit, trekt zijn overhemd uit en gaat met (bruin en gespierd) ontbloot bovenlijf, vragen of ze daarmee willen stoppen.

Plotseling komen via een tuinhek, mijn ouders, broer Pascal en neefje Etienne op bezoek. Ze hebben pannen bij zich met geschilde aardappels en een mooi stuk gebraden rosbief. Tevens een mand met eieren die door mijn moeder geverfd zijn met uienschillen en waskaarsen.  Mijn vader ziet er jong, knap en veerkrachtig uit.     Ik schenk koffie , voor Pascal en pappa moet ik het in blauwe schoenen met een ritssluiting doen , want ik kan in het vreemde huis geen kopjes vinden . Pappa drinkt het gewoon op, maar Pascal vind het maar matig. Mamma en Etienne drinken allebei water , ze glimlachen voortdurend naar me, daar word ik zowel zenuwachtig als blij van. Bea is opeens verdwenen, dat vind ik niet leuk en ik ga haar zoeken.

Opeens bevind ik me in de souterrain- gangen van het centraal museum. Ik kom iemand tegen, een jongen die mij schijnt te kennen, hij zegt  meteen, hee Marlies.  Hij heeft een baby op de arm. De baby lijkt op Sanna toen ze klein was. Ik strek mijn armen verheugd uit naar de baby die onmiddellijk uit beeld verdwijnt.   Ik vraag de jongen om mij mijn groene nagellak terug te geven, want die wil ik laten zien aan het bezoek (mijn familie die in Oudwijk op mij wacht) Hij haalt een beschuit met muisjes uit zijn achterzak. Hij zegt dat hij de baby en de nagellak kwijt is. Ik begin in paniek rond te rennen op zoek naar de uitgang.”

De wekker (de echte wekker) maakt mij vervolgens ruw en ratelend wakker. Ik heb nog uren het gevoel dat ik volstrekt verdoofd ben.