Woorden zijn wat je noemt echt “mijn ding”.
Ik kan een hele dag op een woord lopen kauwen, dat had ik al als kind.
Als ik een nieuw woord hoorde, dan probeerde ik zo snel mogelijk om dat woord in mijn vocabulaire op te nemen. Dat (woorden verzamelen) was in het dorp en op de boerderij waar ik opgroeide, niet altijd makkelijk. Het adagio was daar: ‘niet lullen maar poetsen.’

Ik weet dat ik de dierenarts een keer hoorde spreken over post partum (ivm de aanstaande bevalling van een paard)
Ik kreeg maar geen idee wat dat was.

Vandaag hoorde ik op TV een reactie van Brazilianen over de teleurstellende uitslag van de voetbalwedstrijd tegen Duitsland. Zij , het gastland, notabene, die veel opzij hebben gezet voor het W.K. ze voelden zich tamelijk onoverwinnelijk, zo bleek. Maar…

“We zijn nu tot op het bot vernederd” zei een winkelier in een interview op de Duitse TV. Daarbij liet hij zijn tranen de vrije loop. Bij ‘vernedering’ stel ik mij iets anders voor dan een verloren wedstrijd. Zo zie je, woorden zijn uiterst rekbaar.

En nu daarnet –de uitslag van Nederland –Argentinië. De Argentijnen wonnen, en ditmaal vond zelfs ik…(als voetbal-nitwit) dat beide ploegen mochten winnen. Ze vochten over en weer. Geen ‘vernederingen’ dit keer.