Ik vind Flaubert (1821-1880) als brief schrijver vaak een vermakelijke mopperkont. Hij schreef volgens hem zelf om het contact met de buitenwereld te onderhouden Ik ben blij met zijn brief-boek “ Haat is een deugd” dat ik kreeg van Jur Oskamp, de boekhandelaar waar ik eerder al eens over schreef. Hij , Jur, vond mij nl. een ‘verrukkelijke briefschrijfster” ja, dat heb ik nog , zwart op wit. Zijn brief is dus ook nog niet in een papiercontainer verdwenen. Ik was en ben dus dol op brieven maar ze zijn uit de mode. Tegenwoordig krijg je een mailtje of een whatsap met een smiley. Cést tout.
Hoe dan ook :
Flaubert schreef op 14 november 1850 vanuit Constantinopel aan zijn vriend Louis Bouilhet: “Als ik je alles kon schrijven, wat ik naar aanleiding van mijn reis bedenk, ik bedoel als ik op het moment dat ik mijn pen pak (oh ja wat heerlijk men schreef toen nog met een pen….m.s.) de dingen hervond die steeds bij me opkomen en waarvan ik bij mezelf zeg: “dat zal ik hem schrijven, dan zou je beslist amusante brieven krijgen. Maar val dood, want het verdwijnt allemaal als sneeuw voor de zon zodra ik mijn schrijfmap pak. Laten we zien wat de pot schaft, kome wat er komen mag.”
En zo gaat hij door, dan schrijft hij lyrisch over Constantinopel (zonder gekanker en gezanik dit maal) die hij als stad verpletterend vind qua mensdom. Het zijn zeer lezenswaardige documenten in rijke taal, ik betreur het dat ik hem nu in 2016, geen briefje kan sturen met de mededeling dat ik nog vaak van zijn brieven geniet.
———————————————————-
En net terwijl ik dit vanavond typte, reikte een buurvrouw mij een stukje aan uit de krant; (zij weet van mijn brieven- liefde) Het blijkt dat Annemieke Houben , een Neerlandica een boek schreef met de titel: “Ik wou uw voeten wel soenen” een verzameling liefdesverklaringen van de middeleeuwen tot nu,. In een van de oudste brieven staat: “Ic scijke hu mijn herte, ziel ende lijf. “ die brief is bewaard gebleven in een archief, gelukkig. Toen waren er natuurlijk ook nog niet zoveel papierversnipperaars en wegsmijtcontainers. Een gewone geschreven brief bevatte nog iets van de briefschrijver zelf. Iets fysieks. Het respect dat zo’n brief vanwege de moeite, het handschrift, dan wel de liefde die erin zat , verdiende.
—————————————————————
En kijk : wat Annemieke zelf inderdaad over dit bewaar, dan wel wegsmijt-probleem schreef: “De eerste vraag die al lezende bij me rees was : wat zou er intussen allemaal verdwenen zijn, verscheurd, verbrand?” Sprak me natuurlijk onmiddellijk aan, en even later (ik weet wel dat het lijkt alsof ik het verzin, maar de werkelijkheid is vaak gekker dan wat je verzint….) zet ik even in afwachting van het laatste nieuws , de TV aan en val ik in RTL Late Night -met Humberto Tan en wie is daar op dat moment aan het woord: Juist: deze Annemieke Houben , een mooi meisje trouwens met kastanje bruin haar en een open blik. De liefdesbrief, de handgeschreven brief überhaupt, werd dus zelfs opgepikt door ons nationale scherm. Zou dat een revival van de brief kunnen betekenen?
zo bewaar ik een briefje van mijn liefste opa, zo’n bibberig handschrift waar je van gaat tranen en je dan weer niets van het leven begrijpt. I.M dus….
liefs wies.
ja leuk, dapper meisje wies. I.M. dus.