In het fitnesscentrum (door sommigen sportschool genoemd ) valt altijd wel wat te beleven.
Zo is er een vrouw, heel klein van gestalte, die ik bijna elke keer tref. Zij is bijna even groot als breed, en om dat te compenseren heeft ze (althans dat denk ik) een soort hanekam op haar hoofd gefabriceerd. Ze loopt altijd heel erg langzaam op de loopband alsof ze bang is, dat hij stuk zal gaan.

Ondertussen kijkt ze vaak op haar i-phone en soms wordt ze gebeld en dan zegt ze meestal met een verassend klein en zeer beschaafd stemmetje. “Ik bel je terug, want ik ben met een work-out bezig op de sportschool.” Als om haar woorden kracht bij te zetten haalt ze na het gesprek, een Chocoprince tevoorschijn (uit de zak van haar wijde anorak,) die ze vervolgens met smaak oppeuzelt. Bijna een scène uit een Felini- film die me elke keer (weet niet waarom) vertedert.

Wat me helemaal niet vertedert dat is het affiche dat vlak bij de fietsjes hangt. Twee gespierde slanke mensen hebben hun armen gestrekt en hun vingers reiken tot boven een wolkenkrabber. Eronder staat: ‘For a fitter planet’. Ik erger me daar elke keer aan. De planeet wordt al zolang uitgeput, hoe kan die nou met dit gegym fitter worden.

Tot slot ben ik wel altijd tevreden, dan neem ik de roeimachine en dan stel ik me voor dat ik in een roeiboot zit op de Loosdrechtse plassen en dat ik het heel goed kan. (grin) Uiteenlopende emoties in de “sportschool”.