Hij veroorzaakt onrust, net als Zbigniew Preisner en de Afrikaanse medicijnman.
Omdat ik alleen thuis ben lees ik het verhaal Goudvis hardop voor aan de kachel, de meubels en het fornuis.

< In de dierenwinkel verkoop ik een goudvis aan twee mensen – een man en een vrouw. Ze willen een goudvis en laten zich niet eenvoudig overtuigen. Ze stellen vragen over de levensduur van de goudvis. Ik lieg en zeg dat ze aan deze vis jaren plezier gaan beleven, mevrouwtje. Een paar uur later, de winkel is dicht, ben ik op een filmavond in het ateliercomplex. Op de eerste rij zitten de man en de vrouw. Op de stoel tussen hen in zwemt de goudvis rondjes in een plastic zak. Ik steek mijn hand naar de mensen op, maar zonder mijn dierenwinkeloverhemd aan herkennen ze me niet. >