Een lied van Paul van Ostayen.
Een vrouw die terwijl ze een heideheuvel afdaalt, klein paarse heidebloemen strooit over het hoofd van de welbeminde….daar gaat dit kleine mooie gedicht door van Ostayen over.
Ik heb het zelf met een handtekening van de dichter, zo wordt het aanraakbaar, ‘als kracht die weer buitenwaarts gaat.’ (laatste zin.)