‘Hier’, zei de man die achter een stalletje stond waarin hij bakjes kersen verkocht, en reikte me wat kersen aan. Ik stond eigenlijk een beetje te dromen, terwijl ik naar die kersen keek. Groot, bijna zwart en sappig zagen ze eruit.
Ik droomde weg naar de boomgaard die vroeger achter mijn ouderlijk huis lag.
Het beeld van mijn vader met zijn grote hand als een kommetje gevouwen , met daarin de eerste kersen van het jaar.
Die eerste kersen waren voor mijn moeder. Een beeld dat me dierbaar is.