De Kracht van het Woord” zo heette dus de afstudeer-scriptie die ik schreef op de academie

Op 14 juni j.l maakte ik een blog die ging over een brief van Hanna Tulleken (inmiddels hebben wij contact) waarin zij refereerde aan deze schriptie die uit de nalatenschap van Bert Schierbeek (en de moeder van Hanna) tevoorschijn was gekomen. Welnu in die

scriptie (long ago gemaakt maar nog steeds trots op) -preek ik mij dus uit over mijn liefde voor taal en over de kracht die woorden kunnen hebben. Aan die liefde is in de loop der jaren niks veranderd. Ik lees en luister graag naar de klanken die taal kan voortbrengen.  Soms schijf ik ook zelf en in de meeste gevallen zijn dat gedichten. Of die wel of niet goed zijn dat weet ik niet altijd . Wel weet ik dat ik vaak denk als een dichter, dat ik gewone zaken (in mijn hoofd) transformeer tot een poëtisch geheel.

Ik heb ook gemerkt dat wanneer ik mij herken in een dichter, zoals dat het geval is bij Vladimir Majakovski, (1893-1930) dat ik dan met die teksten kan werken alsof ze van mezelf zijn. Vandaar ook dat ik mijn afstudeer (toneel presentatie) voorstelling samenstelde uit de teksten van Majakovski. Voor die productie (die ook in theater Kikker werd opgevoerd!  kreeg ik veel waardering en een hoog cijfer. Achteraf begrijp ik dat ook wel omdat mijn groep het werk van Vladimir heel goed voor het voetlicht bracht.   Een soortgelijke ervaring had ik met het werk van Marc Rothko (1903-1970) beeldend kunstenaar. Ook bij hem had ik dat diepe gevoel van herkenning , al ging het bij hem dan meer over de intensiteit die zijn kleuren me gaven.  Ik mocht zelfs als kunst recensent een pagina groot artikel over hem schrijven, omdat de chef kunstredactie intuïtief aan voelde dat ik dat goed zou kunnen. Ik begrijp nu niet meer waar ik het zelf vertrouwen vandaan haalde.

Anyhow. Nu schrijft ik nog steeds, de taal en ik, een never ending love story . Vandaar misschien dat er elke keer dat ik denk dat mijn eigen taalbron nu wel is opgedroogd , weer iets gebeurd wat mij verbind met de poëzie.

Daardoor kan het ook gebeuren dat ik op 8 september a.s. mijn tiende bundel (samen met andere dichters!) kan presenteren in het Coda in Apeldoorn in de zg Wilgjes serie van uitgeverij de Wilg. Over Gedichten uit dat boek zal ik in oktober vertellen in de Centrale bieb in Amersfoort in het kader van Boek van de maand.

En ondertussen werd ik van de week verblijd met dit bericht van Nynke Geertsma : “Enkele maanden geleden organiseerden wij de eerste MIND Poëziewedstrijd. Het doet ons groot plezier je hierbij te kunnen vertellen dat jouw gedicht is terechtgekomen in de top 8 van beste gedichten in deze wedstrijd! De jury heeft maar liefst 167 gedichten ontvangen, waaronder heel veel prachtig werk. We willen je dan ook van harte feliciteren met je top 8-nominatie.”         Een nominatie voor een gedicht dat gebaseerd is op de geestelijke worsteling van mijn schizofrene dochter Sanna. Tot eind november mag dit gedicht nog niet worden gepubliceerd. En daar ga ik me uiteraard aan houden. Maar nu ben ik er al blij mee dat de woorden uit dat gedicht kennelijk werden verstaan.

De laatste weken van September ben ik DV met mijn geliefde in Griekenland. Het land dat sowieso al veel poëzie (van Homerus bijv.) in zich bergt en dat zelfs een eiland heeft dat beroemd werd door een dichter. (Lesbos)  Daar zal ik op zekere avond bij zonsondergang, dit gedicht dat nu genomineerd is, voorlezen. Gewoon voor de natuur. Ik mag de tekst dus nog niet openbaar maken voor eind november . Dat ben ik ook helemaal niet van plan. Maar fluisterend in de Griekse avondlucht, dat mag natuurlijk wel. Woorden met hun geheimzinnige schoonheid en kracht.