O uur dat mij zo slinks ontkomt
Ik voel de wonden van uw vleugelslag
En nu: wat moet ik met mijn mond?
En met mijn nacht en met mijn dag?

Ik heb geen huis geen vaste plek
Waarop ik leef
Maar alle dingen waar ik mij aan geef
Worden rijk en delen mij uit.

Fragment uit een gedicht van Rilke
(1875 Praag-1926 Montreux.)