De boekenlegger
Al de boeken die je van plan was te lezen
Of te herlezen of opnieuw te proberen,
Zoals je had geprobeerd lang geleden en faalde:
Daar zitten ze, veracht, op je planken.
En in een nat weekend reik je dan
Naar een oude paperback met scheve rug en gaat zitten,
Maar iets stopt je voordat je bent begonnen:
De buskaart die valt van pagina eenendertig.
Een buskaart, vergeeld en teer,
Zoals de bladzijden zelf.
En wat doe je dan?
Je leest de buskaart, niet het boek,
In verwondering over zijn vreemde historiciteit,
Het verhaal dat het lijkt te willen vertellen.
Zo maken ze de buskaarten niet meer,
En niet voor die prijs. Je vraagt je af wat
voor reis het was voor zo’n romantische ritprijs.
Van waar naar waar? En wanneer?
Maar vooral peins je over wie de persoon was
Die deze buskaart kocht en in plaats van
Al de vernietigende dingen te doen die met buskaarten
Worden gedaan, het achteloos maar
Met toewijding, als een brief in een fles,
Tussen de bladzijden van een nooit heropende roman schoof.
Je bent verdwaald in de buskaart, je vergeet het boek.
Je weet, natuurlijk, dat jij het moet zijn geweest.
Herkenning overkwam Leo Mesman,(co-auteur van de bundel Utrecht onder 4 ogen) bij het lezen van dit gedicht van Graham Swift, vertaald door Mischa Andriessen . Via zijn weblog vond ik dit gedicht . “Ik ben erg van het delen, dus ga je gang,” antwoordde hij toen ik hem vroeg of ik het ook mocht plaatsen. Ik (marlies) vind het nl. ook een heerlijk en herkenbaar gedicht.