Dat Nederland in de periode 1914- 1918 neutraal was en daardoor een toevluchtsoord voor duizenden Belgen (waarvan 19.000 in Amersfoort) heb ik nooit geweten.

Ik raakte dan ook behoorlijk onder de indruk van de tentoonstelling ‘Belgen op de vlucht’ in museum Flehite. Deze tentoonstelling geeft een indruk van het leven van de Belgen in en om Amersfoort. Nagebouwde barakken illustreren het intens sobere dagelijkse leven, van werk, knutselen, verveling, ziekte, rammelende magen en kou.

De mooiste tekeningen en schilderijen van de kampen zijn door de Belgen zelf gemaakt, zoals Rik Wouters, Gustave Desmet en Frans Hoste. Films en foto’s geven een duidelijk beeld van de overhaaste vlucht, en van een opstand in het soldatenkamp. (ze verveelden zich suf, doordat ze geen baan hadden. Tel daarbij op de barakken waar ze min of meer op elkaar gestapeld lagen, onder dunne , stinkende dekens door al die zwetende mannen, waarvoor weinig sanitair aanwezig was, Nou dan slaat de vlam al snel in de pan.)

Een nagebouwde kamer en diverse simpele Illustraties, geven een beeld van het leven dat die mensen noodgedwongen hadden. Er was niet veel te eten want alles wat er was moest gedeeld worden met de inwoners van de stad.
Er was überhaupt aan van alles gebrek, zeker toen het allemaal veel langer ging duren dan verwacht. Lakens en Dekens bijvoorbeeld waren er nauwelijks (niks geen donzen dekbed) en verwarming al helemaal niet. De kou die ze moeten hebben geleden, als ik daaraan denk ,lopen nu nog plaatsvervangend de rillingen over mijn rug.

Na deze tentoonstelling wachtte er nog een bezoek aan theater de Flint als verlaat gebaar van Sint. Vermoeidheid, algehele malaise en een zeurende hoofdpijn , lieten me anders kijken naar de goed geklede bezoekers die zich graag lieten wegzakken in de behaaglijke stoelen van het warme theater. Maar vooral keek ik anders doordat ik dacht aan de Belgische vluchtelingen met al hun ontberingen toen en de vele vluchtelingen over de hele wereld nu.